Wat verstaan wij onder vakoverstijgend onderwijs?
Wij zijn gespecialiseerd in vakoverstijgend onderwijs. Dit onderwijs kenmerkt zich door verbondenheid en samenhang tussen vakken. En ook verbinding met de leefwereld van leerlingen. Vakoverstijgend onderwijs bevordert de motivatie en het beter onthouden en begrijpen van de lesstof. Het leert leerlingen te reflecteren en the big picture ofwel de samenhang te zien tussen onderwerpen.
Door kennis in breder perspectief te plaatsen, willen wij leerlingen betekenisvol laten leren. Wij werken met levensechte, actuele en maatschappelijke situaties. In combinatie met de persoonlijke ervaring van leerlingen zorgen deze lessen voor een inzicht in de leerstof van andere vakken zoals Nederlands, Wiskunde, Maatschappijleer of Geschiedenis.
Vakoverstijgende projecten stimuleren de kennis van taal en rekenen van kinderen. Ongeveer 18 procent van de vijftienjarige scholieren in Nederland is laaggeletterd. (Kordes, Feenstra, Partchev, Feskens, & De Graaf geciteerd in Notten & de Wijs, 2017). Door in het kunstonderwijs verbinding te maken met lezen kunnen leerlingen zich op een speelse manier ontwikkelen op het gebied van taal!
Wij herkennen onze visie in de wijze waarop Zernitz en Wevers (2018) vakoverstijgend onderwijs indelen. Zij maken een onderscheid in drie niveaus, gebaseerd op de mate van integratie met andere vakken.
- Bij de multidisciplinaire aanpak worden verschillende vakken op elkaar afgestemd maar de vakken zijn afzonderlijk nog wel herkenbaar. Bij het thema eten behandel je bij beeldende vorming wat Rembrandt at in de Gouden Eeuw (fotografie, collage, tekenen) en bij het vak koken ga je een aantal gerechten maken en proeven uit die periode.
- Een interdisciplinaire aanpak gaat verder. Met de kennis uit verschillende vakken probeer je een overkoepelende vraag te beantwoorden. Lesstof van beeldende vorming, koken, techniek en Nederlands wordt dan ingezet om de vraag ‘Wat at men in de Gouden eeuw?’ te beantwoorden.
- Bij de transdisciplinaire aanpak zijn de losse vakken niet meer te onderscheiden. Leerlingen gaan aan het werk met eigen thema’s of met levensechte thema’s. Hier gaat het niet alleen om kennis maar ook om de brede vorming van de leerlingen zoals leren samenwerken en het ‘zijn’. Projectweek ‘De Gouden Eeuw’.